TESLA MODEL X 2020 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: TESLA, Model Year: 2020, Model line: MODEL X, Model: TESLA MODEL X 2020Pages: 277, PDF Size: 7.43 MB
Page 161 of 277

Snelbediening w
ordt standaard weergegeven om snel toegang te v erscha
Page 162 of 277

Vering (indien aanwezig)
•
Rijhoogt
e: Stel de rijhoogte in, variërend van laag tot zeer hoog.
• Krik: Schakelt de automatische hoogteregeling van luchtvering uit.
• Vering omlaag: Door NOOIT te selecteren wordt de standaardhoogte aangehouden,
terwijl bij AUTO de hoogte wordt aangepast aan het soort weg (zie Luchtvering op
pagina 191).
Opmerking: Model X moet ingeschakeld zijn en u moet het rempedaal intrappen voordat u de
instellingen van de vering kunt veranderen. Attentie: Het luchtv
eringssysteem zorgt voor automatische hoogteregeling van de
Model X, zelfs als de auto is uitgeschakeld. Daarom moet bij het transporteren of
optakelen de Krik-modus worden ingeschakeld om de automatische hoogteregeling te
deactiveren (zie Aanwijzingen voor sleepdiensten op pagina 254 en Opkrikken en he
Page 163 of 277

Rijden
•
A
cceleratie: (Indien aanwezig) Kies een acceleratie-instelling die bepaalt of de acceleratie
wordt begrensd of verhoogd (zie Acceleratiemodi op pagina 97). Chill beperkt de
acceleratie voor nog ontspannener en comfortabeler rijden, terwijl Standaard of Sport
(afhankelijk van de voertuigc on
Page 164 of 277

Beheren van de functies die zorgen voor een veiligere en comfortabelere rijervaring. Sommige
A utopilot-functies worden niet aangestuurd door Bediening. Zie Over Autopilot op pagina 121
voor meer informatie.
• Stuurautomaat (bèta): Inschakelen van Stuurautomaat (alleen beschikbaar als uw auto is
uitgerust met een Autopilot-pakket) (zie Stuurautomaat op pagina 131).
• Navigeren met Autopilot (bèta): Navigeren met Autopilot neemt automatisch afritten en
opritten op basis van de route in het navigatiesysteem en kan ook van rijstrook wisselen
om voor te sorteren voor afritten en de rijtijd naar uw bestemming te minimaliseren
(uitsluitend beschikbaar wanneer uw auto is uitgerust met een Autopilot-pakket) (zie
Navigeren met Autopilot op pagina 134).
Navigeren met autopilot aanpassen: Bepalen hoe Navigeren met Autopilot van rijstrook
wisselt en of u het automatisch wilt inschakelen bij aanvang van elke rit.
Opmerking: Navigeren met Autopilot is niet in alle markregio's beschikbaar.
• Voorrijden (bèta): De Model X van buiten de auto automatisch parkeren en uitparkeren
(uitsluitend beschikbaar wanneer uw auto is uitgerust met een Autopilot-pakket) (zie
Voorrijden op pagina 141).
Voorrijden aanpassen: Bepaal de bumperafstand, afstand, zijafstand en of Voorrijden
continu indrukken vereist wanneer actief.
• Waarschuwing snelheidslimiet: Selecteer het type waarschuwingen, indien aanwezig, dat
u bij het overschrijden van de snelheidslimiet ontvangt (zie Snelheidshulp op pagina 156).
• Snelheidslimiet: Speci
Page 165 of 277

Voertuig
•
Vleugeldeurhoogt
e: Als deze optie is ingesteld op AUTO, worden de vleugeldeuren
volledig geopend, waarbij rekening wordt gehouden met bewaarde hoogten voor bepaalde locaties en geen obstakel is gedetecteerd. Als deze optie is ingesteld op LAAG,
worden de vleugeldeuren gedeeltelijk geopend en blijven ze het interieur en de
inzittenden beschutting bieden tegen neerslag.
• Automatische portieren: Als dit aan staat, gaat het bestuurdersportier open wanneer u
naar de Model X loopt en de sleutel wordt gedetecteerd. Het portier gaat altijd open
wanneer u twee keer op de sleutel drukt en het passagiersportier opent als u daarna twee
keer drukt. Als dit niet is ingeschakeld, ontgrendelt het portier (of ontgrendelen de
portieren), maar zult u het bestuurdersportier met de hand moeten openen. Zie De
voorportieren van de Model X van buitenaf openen en sluiten op pagina 14).
• Alles sluiten met sleutel: Als de functie is ingeschakeld, worden alle portieren (en de
achterbak) gesloten en vergrendeld wanneer u één keer op de vergrendel-/
ontgrendeltoets van de sleutel drukt (indien uit, moet u drie keer op deze toets drukken).
• Bestuurdersportier Ontgrendelen: Als deze optie is ingeschakeld, wordt alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld wanneer u de Model X in de stand P (Parkeren) zet. Als
deze optie is uitgeschakeld, worden alle portieren ontgrendeld.
• Wegloopvergrendeling: Als deze optie is ingeschakeld, worden portieren automatisch
vergrendeld als u van de auto wegloopt en uw sleutel meeneemt (zie
Wegloopvergrendeling op pagina 18).
• Geluid vergrendelbevestiging: U kunt instellen dat de Model X kort de claxon laat horen
wanneer uw auto wordt vergrendeld of ontgrendeld (zie Vergrendelen en ontgrendelen
zonder sleutel op pagina 10).
• Ontgrendelen bij parkeren: Als deze optie is ingeschakeld, worden de portieren
automatisch ontgrendeld wanneer u naar de stand P (Parkeren) schakelt (zie
Vergrendelen en ontgrendelen van binnenuit op pagina 17). Als Bestuurdersportier Ontgrendelen aan staat, ontgrendelt alleen het bestuurdersportier.
• Kindersloten: Als deze optie is ingeschakeld, voorkomen veiligheidssloten dat de
achterportieren van binnenuit geopend kunnen worden (zie Kindersloten op pagina 18).
• Spiegels automatisch kantelen: Als deze optie is ingeschakeld, kantelen de buitenspiegels
automatisch omlaag bij achteruitrijden (zie Spiegels op pagina 71).
• Spiegels automatisch inklappen: Als deze optie is ingeschakeld, worden de buitenspiegels
ingeklapt wanneer u de Model X vergrendelt met de sleutel, met de mobiele app, of na
wegloopvergrendeling. Ze worden automatisch uitgeklapt wanneer u terugkeert bij de
auto. U kunt de spiegels ook handmatig inklappen door te tikken op de centrale
bedieningsknop van de spiegels (zie Spiegels op pagina 71).
• Automatische ruitenwissers (bèta): Als deze optie is ingeschakeld, worden de
ruitenwissers ingeschakeld zodra regen op de voorruit wordt gedetecteerd en wordt de
wisfrequentie verhoogd naarmate meer regen wordt gedetecteerd. Bediening
164 Handleiding Model X
Page 166 of 277

Scherm
•
Schermmodus: P
as de instelling voor DAG (lichte achtergrond) of NACHT (donkere
achtergrond) van het touchscreen aan. Als het scherm op AUTO staat, wisselt het
touchscreen automatisch tussen DAG- en NACHT-weergave, waarbij de lichtsterkte
afhankelijk is van de hoeveelheid licht.
• Helderheid: Sleep het schuifknopje om het helderheidsniveau van het touchscreen
handmatig te regelen. Wanneer de optie AUTO helderheid is ingeschakeld, wordt het
touchscreen verder aangepast aan de hand van de omgeving en uw voorkeuren (het
systeem onthoudt bijvoorbeeld de handmatige afstellingen die u maakt).
• Energiebesparing: Als deze optie is ingeschakeld, reduceert de Model X de hoeveelheid
verbruikte energie wanneer deze niet wordt gebruikt (bij nieuwere modellen gaat dit
automatisch). Zie De actieradius vergroten op pagina 101.
Aanpassen hoe de eenheden en taal worden weergegeven:
• Taal: Selecteer de taal die wordt weergegeven op het touchscreen.
Opmerking: Model X moet in de stand P (Parkeren) staan om een andere taal te kunnen
kiezen. Als u de taal verandert, zal de auto het touchscreen even sluiten en vervolgens
opnieuw opstarten.
• Regionotatie: Selecteer een regio om een formaat te de
Page 167 of 277

Navigatie
•
V
olumeregeling: Het volume van de gesproken navigatie-aanwijzingen verhogen of
verlagen door respectievelijk op - of + te tikken. Als het volume maximaal wordt verlaagd
(naar links), worden de gesproken aanwijzingen uitgeschakeld. U kunt de gesproken
navigatie-aanwijzingen ook tijdens een actieve navigatieroute uitschakelen door op het
volumepictogram en dan op de lijst met aanwijzingen te tikken.
Opmerking: De volume-instelling geldt alleen voor de gesproken instructies van het
navigatiesysteem. Het volume voor mediaspeler en telefoon blijft ongewijzigd.
• Automatische navigatie: Als de agenda van uw telefoon is gesynchroniseerd met de
Model X, begeleid uw auto u nadat u bent ingestapt binnen twee uur vóór aanvang van
het evenement automatisch naar het adres van het evenement (als een geldig adres voor
het evenement is opgegeven in uw agenda). Automatisch navigeren naar Thuis en Werk
op werkdagen (zie Automatische navigatie op pagina 179).
• Trip Planner: (indien beschikbaar in uw regio) Gebruik Trip Planner om uw rij- en
laadroutes te plannen (zie Trip Planner op pagina 181).
• Actuele Verkeersinformatie: Indien geselecteerd, kunt u automatisch worden omgeleid
teneinde druk verkeer te vermijden (zie Actuele Verkeersinformatie op pagina 181).
• Veerboten vermijden: Als deze optie is ingeschakeld, wordt het gebruik van veerdiensten
op navigatieroutes vermeden.
• Tolwegen vermijden: Als deze optie is ingeschakeld, wordt het gebruik van tolwegen op
navigatieroutes vermeden.
Opmerking: U kunt ook navigatie-instellingen weergeven door op het instellingenpictogram
op de kaart te tikken (zie Kaarten en navigatie op pagina 177). Bediening
166 Handleiding Model X
Page 168 of 277

Veiligheid en beveiliging
Opmerking: Om Mobiele t oegang toestaan uit t e schakelen voert u uw Tesla-
accountgegevens in op het touchscreen.
• GEGEVENS DELEN : Toestaan van het delen van wegmetingsgegevens (zie
Gegevens
delen op pagina 262). Bediening
•
Parkeerrem: U kunt de parkeerrem handmatig vastzetten en vrijgeven (zie Parkeerrem
op
pagina 91).
• Uitschakelen: Aanraken om de auto handmatig uit te schakelen (zie Uitschakelen op pagina
73).
• Snelheidslimietmodus
: Speci
Page 169 of 277

Service
•
A
ctive Spoiler: Indien aanwezig, kan de stand van de spoiler op de Model X worden
gewijzigd voor maximaal zicht en voor de mees-e
Page 170 of 277

Uw auto een naam geven
U kunt de Model X v erder personaliseren door de auto een naam te geven. De naam van uw
Model X wordt in de mobiele app weergegeven. Als u uw auto een naam wilt geven, tikt u op de
Tesla 'T' boven in het midden van het touchscreen, en vervolgens op Geef uw auto een naam (of
op de bestaande naam van de auto). Voer de nieuwe naam in het pop-upvenster in en tik
vervolgens op Opslaan.
Snelheidslimietmodus
Met de modus Snelheidslimiet kunt u de acceleratie en maximumsnelheid begrenzen – tussen 50
en 90 mph (80 en 145 km/h) – van uw Model X. Deze functie is beveiligd met een 4-cijferige
pincode die u aanmaakt wanneer u de modus de eerste keer inschakelt en worden ingevoerd om
de modus uit en in te schakelen.
Als uw Model X de geselecteerde maximumsnelheid tot ongeveer 3 mph (5 km/h) nadert, klinkt er
een geluidssignaal en verschijnt tekst op het instrumentenpaneel boven de rijsnelheid. Daarnaast
ontvangt u ook een melding van uw mobiele app.
De modus Snelheidslimiet inschakelen:
1. Zorg ervoor dat de auto in de stand P (Parkeren) staat.
2. Tik op Bediening > Veiligheid en beveiliging > Snelheidslimietmodus op het touchscreen of
BEDIENING in uw mobiele app.
3. Selecteer de maximumsnelheid die u als limiet wilt instellen.
4. Sleep de schuifregelaar naar de stand AAN.
5. Voer uw 4-cijferige pincode in u wilt gebruiken om de Snelheidslimietmodus uit en in te
schakelen.
Opmerking: Als u de pincode bent vergeten, kunt u de Snelheidslimietmodus uitschakelen door de
inloggegevens van uw Tesla-account in te voeren.
Opmerking: Als de snelheidslimietmodus is ingeschakeld, wordt de acceleratie (Bediening >
Rijden > Acceleratie) automatisch ingesteld op Chill (zie Acceleratiemodi op pagina 97). Attentie: T
ijdens af
dalingen kan de snelheid toenemen, waardoor de auto de door u
geselecteerde maximumsnelheid overschrijdt. Attentie: De Snelheidslimietmodus is geen v
erv
anging voor een goede beoordeling van de
verkeerssituatie, rijvaardigheid en de noodzaak van het letten op maximumsnelheden en
verkeersomstandigheden. Ongelukken kunnen zich bij iedere snelheid voordoen.
Persoonlijke gegevens wissen U kunt alle persoonlijk
e gegevens (opgeslagen adressen, muziekfavorieten, HomeLink-
programmering, enz.) wissen en alle aangepaste instellingen terugzetten op de
fabrieksinstellingen. Dit is nuttig wanneer u het eigendom van de Model X overdraagt. Tik op
Bediening > Service > INSTELLINGEN WISSEN. Voordat de wisbewerking wordt uitgevoerd,
vraagt de Model X u om de gebruikersnaam en het wachtwoord die aan uw Tesla-account zijn
gekoppeld, zodat uw persoonlijke gegevens kunnen worden gev eri